De Tinnen Schotel

De Tinnen SchotelDe voormalige herberg was reeds in de 16de eeuw bekend onder de naam de 'Scheuleer' of de 'Schotel'. In de 18de eeuw dook ook de benaming 'Hôtel d'Autriche' op. De eigenaar Pierre Goossens beschreef deze herberg toen als een gebouw met een stijlvolle gevel, een grote toegangspoort en hoge vensters. De huidige voorgevel wordt bepaald door de verbouwingswerken die in 1830 door de architect Philippe Robbiets werden uitgevoerd. Thans is het een dubbel huis in Lodewijk XVI-stijl, bestaande uit drie verdiepingen en een zadeldak met venster. De voorgevel werd opgetrokken in de typische kalkzandsteen uit de streek. Aan de straatkant is de rondboog van de koetspoort afgezet door een guirlande. In de hoeken bevinden zich bladmotieven. Het balkon rust op zware gebeeldhouwde consoles. De smeedijzeren balustrade die over de gehele voorgevel is doorgetrokken, is uniek. Boven de poort overheerst een hoog rondboogvenster, dat zowel de eerste als de tweede verdieping beslaat.

Door de eeuwen heen bood de herberg onderdak aan enkele notoire gasten: o.a. Napoleon, Mozart, Wellington en Blücher. Toen de nieuwe spoorverbinding Brussel-Luik (1837) de stad aandeed en niet via het centrum passeerde, verloor dit centraal gelegen logementshuis sterk aan belang. Vooraleer men de herberg ombouwde tot de luxueuze privéwoning van burgemeester en industrieel Victor Beauduin was hier een tijdje een ijzerhandel gevestigd.

In 1908 werd beslist om de woning om te bouwen tot een school, het 'Institut Victor Beauduin', later het Provinciaal Instituut voor Technisch Onderwijs. In 1986 verhuisde deze school naar een andere locatie en werd in het gebouw de stedelijke dienst voor cultuur en de stedelijke academie voor muziek, woord en dans ondergebracht.