Schoorsteenbrand

SchoorsteenIedereen die stookt met hout, kolen of stookolie (mazout) in een kachel, een open haard of de centrale verwarming kan een schoorsteenbrand krijgen. Als je hout, kolen of mazout stookt, hecht er zich roet aan de schoorsteenwand. Na een tijdje koekt al dat roet samen tot een teerachtige substantie, creosoot, die zeer brandbaar is.

Creosoot kan ontbranden bij een temperatuur van ca. 500 °C. Als je je kachel of open haard gebruikt, is die temperatuur zo bereikt en ontstaat er kans op een schoorsteenbrand.

Hoe herken je een schoorsteenbrand?

  • Een loeiend geluid in het rookkanaal, zoals een huilende wind.
  • Een abnormaal heet rookkanaal.
  • Een sterke roetgeur.
  • Een overvloedige zwarte rook.
  • Vlammen en vonken die soms uit de schoorsteen komen.

Hoe kan je een schoorsteenbrand voorkomen?

Zorg voor een goed onderhoud van je schoorsteen:

  • laat je schoorsteen minstens één keer per jaar vegen door een bekwaam vakman en vraag een attest. In sommige brandverzekeringspolissen of via een gemeentelijk politiereglement kan een regelmatig onderhoud zelfs verplicht opgelegd worden;
  • bij intensief gebruik is twee keer vegen per jaar aan te raden;
  • laat de vakman ook naar scheuren en lekkages kijken;
  • zorg voor voldoende trek in de schoorsteen. Een trek of coltkap kan daarbij helpen;
  • zorg ervoor dat vogels er zich niet in kunnen nestelen door bv. een kraaienkap te plaatsen;
  • let ook op ingroeiende klimplanten, steen- of bladafval.

Voorkom overdadige roetafzetting en stook verstandig:

  • gebruik steeds de juiste brandstof voor je kachel. In een allesbrander kan je geen afval verbranden, enkel de brandstoffen die toegelaten zijn voor hout- en kolenkachels;
  • stook alleen met droog, natuurlijk en onbehandeld hout. Stook dus geen geverfd hout, spaanplaat, oud papier, karton, sloophout, multiplex ...;
  • ventileer tijdens het stoken voldoende de ruimte. Voor een goede trek van de schoorsteen is er voldoende aanvoer van verse lucht in de ruimte nodig. Dit blijft noodzakelijk, zelfs bij lage-energiewoningen of passiefhuizen;
  • gebruik je haard niet als grill.

Kies het juiste toestel voor je ruimte:

  • plaats nooit een te grote kachel in een kleine ruimte. Je zal het snel te warm krijgen, de kachel op een lagere stand plaatsen waardoor de trek in de schoorsteen vermindert en de roetaanslag vergroot. Bovendien neemt het risico op CO-vergiftiging toe.

Wat als je toch een schoorsteenbrand hebt?

  • Waarschuw de brandweer via 112.
  • Doof, in afwachting van de brandweer, het vuur in de haard of kachel met zand of zout. Zo voorkom je rook in huis.
  • Doof je kachel of open haard NOOIT met water. Het water wordt onmiddellijk stoom en dit kan leiden tot een explosie of een scheur in het rookkanaal.
  • Sluit meteen hierna de schoorsteenklep en de luchttoevoer van de kachel of de deur van de inbouwhaard.
  • Maak de ruimte rond de kachel of haard vrij van brandbaar materiaal zoals tapijten, meubilair ...
  • Verlaat de ruimte waar teveel rook hangt.
  • Ventileer na het doven van het vuur de ruimte zodat je geen CO-vergiftiging kan oplopen.
  • Laat na de brand je schoorsteen grondig controleren door een vakman voor je ze terug gebruikt.

Wat met de schoorsteen van je gastoestel?

Bij gebruik van gas is er minder vervuiling. Toch laat je de schoorsteen best tijdens de verplichte onderhoudsbeurt van je gastoestel controleren. Het rookkanaal kan langs buiten verstopt geraken door vogelnesten en dan loop je kans op een CO-vergiftiging.