Koesterburen

In het kader van de koesterburencampagne van de provincie Vlaams-Brabant werden er in Tienen 7 koesterburen erkend. Dit zijn plant- en diersoorten die kenmerkend zijn voor onze stad en belangrijk zijn voor het in stand houden van de biodiversiteit.

Papegaaizwammetje

Het papegaaizwammetje is een kleine, kleurige paddenstoel die zijn naam dankt aan zijn bonte kleuren. Zijn slijmerig hoedje varieert van geelgroen tot groenoranje, met wittige, gelige of lila vlekken. Je treft hem aan in oude, onbemeste en overwegend droge graslanden. In Tienen groeit het zwammetje langs de Maalderijweg en op het vliegveld van Goetsenhoven.

Kaasjeskruiddikkopje

Het kaasjeskruiddikkopje is een zeldzame bruine dagvlinder. Hij kwam tot voor een paar jaar niet permanent voor in Vlaanderen, maar voelt zich steeds meer thuis op verschillende locaties in Vlaams-Brabant. De verschijning van dit dagvlindertje in onze streek is het gevolg van de klimaatverandering en het uitgekiende natuurbeheer van Natuurpunt.

Eikelmuis

De eikelmuis, met zijn lange zwart-witte pluimstaart, is vooral ’s nachts actief. Je kan het diertje aantreffen in open loofbossen met struiken, hoogstamboomgaarden, hagen en kreupelhout, maar ook in (vervallen) stallen en bewoonde huizen.

Rugstreeppad

Deze pad herken je gemakkelijk aan de gele streep die over zijn rug loopt. De pad is vooral ’s nachts actief en verstopt zich overdag onder stenen of in een holletje. Hij verkiest poelen en plassen op kale terreinen zoals zandverstuivingen, kale duinen en opgespoten terreinen. In Tienen vind je hem in de omgeving van de Leuvenselaan.

Huiszwaluw

De huiszwaluw heeft korte, driehoekige vleugels, een witte stuit en een gevorkt staartje. Door de toenemende isolatie van gebouwen kreeg de huiszwaluw geen toegang meer tot zijn favoriete nestplaats. Tienen besloot kunstnesten aan te leggen en groeide uit tot een topgemeente voor de huiszwaluw. Een mooie beloning voor al het werk van de vrijwilligers van de Vogelwerkgroep Oost-Brabant.

Geelgors

Op de akkers in onze streek vind je enkele zeldzame vogelsoorten. De geelgors is een kleine zangvogel met een helder gele kop, al kleurt het vrouwtje minder fel geel dan het mannetje. Intensieve landbouw dreigde het leefgebied van deze vogels te vernietigen. Door kleine akkerreservaten op te richten, konden de Tiense landbouwers en Natuurpunt dit voorkomen.

Grauwe gors

De grauwe gors is het bruine neefje van de geelgors waarvan de broedbiotoop zich bevindt in het opener akkerlandschap ten zuiden van de stad. De positie van de grauwe gors is echter onrustwekkend: 95 % van de populatie in Vlaanderen (en de buurlanden) is verdwenen. Deze soort kan enkel gered worden met speciale beschermingsmaatregelen.

Voor de geelgors en grauwe gors heeft Natuurpunt akkerreservaatjes ingericht waarop extensief graan wordt gewonnen. Het graan wordt niet geoogst zodat het voedsel biedt in de winter. Het succesvolle systeem wordt nu ook via beheersovereenkomsten met de VLM door een aantal landbouwers in de regio overgenomen.