Betwisting vaderschap

De afstammingsband op grond van het vermoeden van vaderschap kan betwist worden met alle rechtsmiddelen, tenzij het kind 'bezit van staat' heeft ten aanzien van de echtgenoot.

Het begrip 'bezit van staat' wijst op een geheel van feiten die erop duiden dat men zich steeds als ouder heeft gedragen, en dat ook de buitenwereld de betreffende persoon steeds als ouder heeft beschouwd.

Procedure

De vordering tot betwisting van het vermoeden van vaderschap kan worden ingesteld bij de rechtbank door:

  • de moeder,  binnen één jaar na de geboorte;
  • het kind, ten vroegste op de dag waarop het de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt en uiterlijk op de dag waarop het de leeftijd van 22 heeft bereikt, of binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat de echtgenoot de vader niet is;
  • de echtgenoot, binnen één jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader van het kind is;
  • de persoon die het vaderschap van het  kind opeist, binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is.

De dienst burgerzaken maakt van het vonnis van de rechtbank een akte en schrijft een randmelding bij de geboorte.

Bedrag

Gratis.

Contact